zaterdag 15 oktober 2011

Natuurlijke barrière?

Op een zonnige zaterdagmorgen zit ik op de bank in het huis waar ik acht jaar met mijn man en kinderen heb gewoond. Een jaar geleden, beacht ik gisteren, zag het er nog naar uit dat we ons leven van die tijd, man en vrouw met volledige banen, opgroeiende kinderen op de middelbare school of vervolgonderwijs, nog jaren zouden voorzetten. Toch heb ik er bewust een andere draai aangegeven, waarbij mijn ongeluk van ruim een week geleden een bizarre speling van het lot is geweest die er nog een schepje bovenop heeft gedaan.
Afgelopen maandag heeft mijn vriend me opgehaald uit het ziekenhuis en hebben we het grootste deel van de week gezamenlijk doorgebracht in mijn appartement. Het verblijf in het ziekenhuis leek een soort min of meer natuurlijke barrière tussen mijn permanente verblijf in de echtelijke woning en mijn verhuizing naar een veel kleiner optrekje waar ik in principe in mijn eentje woon. Met alle haken en ogen die daaraan zitten, natuurlijk. Er wonen nog twee kinderen thuis en natuurlijk wil ik mijn steentje bijdragen aan hun opvoeding en mis ik ze als ik niet bij hen ben.
Gelukkig heeft mijn vriend ook kinderen, die wel wat ouder zijn, maar in elk geval beseft hij hoe belangrijk het voor een ouder is om bij zijn kinderen te zijn. En met mijn man zal ik goede en duidelijke afspraken moeten maken over de verdeling van de tijd en alle andere zaken rondom de scheiding. Het staat er nu wat klinisch, maar deze veranderingen brengen veel emoties met zich mee, voor alle betrokkenen, soms stemmingswisselingen, kortom, het valt niet altijd mee.
En dan nog alle andere veranderingen: geen vaste baan meer voor mij. Het is anders en het vergt een omschakeling. Het was de afgelopen dagen vreemd om te beseffen dat mijn inkomsten tijdens mijn ziekte stil lagen. Aan de andere kant geeft het rust om goed na te denken over hoe ik nu verder wil. Om te beseffen dat ik het heft in handen heb, meer dan ik ooit zelf beseft heb.
In alle veranderingen in mijn leven zie ik als een rode draad terugkomen dat ik minder dan voorheen bezig ben met het voldoen aan wat anderen van mij verlangen. Het opzeggen van een vaste baan, het starten van nieuwe opleidingen, het verbreken van de relatie met een partner met wie ik al dertig jaar samen ben, het starten van een relatie met iemand die een totaal andere achtergrond heeft, verhuizen en alles wat daar bij komt en dan nog het beëindigen van wat kleinere dingen in mijn leven: het geeft me het gevoel van een nieuwe start.
De val, het ongeluk: er zijn mensen die hebben gezegd dat het mijn straf is voor de stappen die ik heb gezet en in eerste instantie was ik ook geneigd daarnaar te luisteren. Maar ik realiseer me steeds meer dat ik geluk heb gehad met de manier waarop de val is afgelopen, dat ik mij gelukkig mag prijzen met alle mogelijkheden die ik nog heb en dat deze dag de eerste is van de rest van mijn leven!

woensdag 12 oktober 2011

Opkrabbelen na mijn val

Alsof mijn leven al niet hectisch genoeg was, met het starten van een eigen onderneming en een echtscheiding met de daarbij horende verhuizing, ben ik vorige week woensdag met de fiets tegen de vlakte gegaan met ingrijpende gevolgen. Het moet een behoorlijke klap zijn geweest, want ik kan me er niets meer van herinneren. Het eerste dat ik nog weet van na die tijd is dat ik wakker werd in een ziekenhuiszaal. Ik begreep niet wat ik daar deed en heb verscheidene malen gevraagd of ik mijn bed uit mocht. Volgens familieleden was ik behoorlijk opstandig, maar daar weet ik ook niets meer van.
En ook van het daaraan voorafgaande bezoek aan de eerstehulppost, een onderzoek in de CT-scanner en een gesprek met de kaakchirurg ontbreekt mij ieder spoor. Daarna is mijn geheugen gelukkig weer redelijk samenhangend, voorzover dat bij mij mogelijk is, natuurlijk. Ik ben een paar dagen aan bed gekluisterd gebleven en was vooral hondsmoe. Hoe blij ik ook was met het bezoek van familie en geliefden, het was mij ook telkens weer een vreugde als ik daarna mijn hoofd in het kussen kon laten zijgen en mijn ogen kon sluiten. En nu ik het toch over mijn hoofd heb: de eerste dagen kon ik mijn linkeroog nauwelijks openen, doordat het was omgeven door al dan niet bekorste schrammen en zwellingen. Inmiddels is mijn gezicht weer redelijk tot de oude proporties weergekeerd, hoewel het nog veelkleurig is ten gevolge van de val.
Na in het weekend voorzichtig weer wat eerste stappen te hebben gezet op een voorheen zo vanzelfsprekend pad, mocht ik afgelopen maandag het ziekenhuis verlaten. Men was tot de slotsom gekomen dat de bloedinkjes onder mijn hersenpan het gevolg waren geweest van mijn val en niet de aanleiding ertoe. Dat was een hele geruststelling, hoewel een dergelijk ongeval me wel heeft doen beseffen hoe kwetsbaar je bent als mens.
Voorlopig sleep ik de gevolgen van vorige week ook nog met me mee. Ik heb bezworen gekregen om het rustig aan te doen en, hoe graag ik ook anders zou willen, ik houd me daar aan. Telkens als ik opsta, moet ik even weer mijn evenwicht hervinden en voelt mijn hoofd anders aan dan ik gewend was. Her en der voel ik pijntjes en krampjes, en mijn rechterduim functioneert ook nog niet geheel naar behoren. Lezen en schrijven kost meer moeite, waarschijnlijk doordat de bolling van mijn linkeroog is veranderd door de onderhuidse zwellingen. Het zijn allemaal geen rampzalige dingen, maar het laat me wel op verbluffende wijze zien hoe gelukkig ik me tot nu toe heb mogen prijzen doordat ik al mijn bewegingen vanzelfsprekend en gedachtenloos kon maken.
Er zal nog wel enige tijd overheen ga voordat ik weer zo moeiteloos kan leven. Aan de andere kant besef ik me eens te meer hoe belangrijk het is om van het leven te genieten. Voor je het weet schuilt het ongeluk om de hoek en is opeens alles anders!